Tips bij het evaluatieluik van IJsbrekers

 

Benieuwd waar je alle toetsen terugvindt op Bingel en hoe je hiermee aan de slag gaat? We geven jou graag enkele praktische tips mee!

BELANGRIJK :

Ben jij een beelddenker? Klik dan op de afspeelknop voor de titel om het bijhorende filmpje te bekijken.

 

Welke toetsen zijn er bij IJsbrekers?

 

Startscreening

Onze startscreening helpt jou om jouw leerlingen op het einde van de derde kleuterklas of bij de start van het eerste leerjaar te screenen op de belangrijkste inhouden van de inspiratiemap. Dat geeft jou een duidelijk beeld van elke leerling bij de start van het schooljaar zodat je meteen doelgericht aan de slag kan.

De startscreening bestaat uit een individuele mondelinge screening en een klassikale schriftelijke screening. Bij alle doelen staat een concrete toelichting en bij de screening hoort ook een observatielijst waarop je per doel kunt aanduiden waar de leerlingen zich situeren. Bij de leerlingen die uitvielen op deze screening kun je een individuele opvolgscreening houden om beter zicht te krijgen op de zone van de naaste ontwikkeling.

Er zijn twee versies (A en B) van de startscreening beschikbaar. Deze vind je terug in de map of bij de downloads op Bingel.  Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om de A-versie af te nemen op het einde van de derde kleuterklas en de B-versie bij de start van het nieuwe schooljaar.

 

Bloktoetsen

Na elk blok voorziet IJsbrekers een bloktoets. Er wordt in de eerste graad geen herhaling of toetswijzer voorzien, aangezien het in principe de bedoeling is dat de leerlingen de toets onvoorbereid maken.

 

Op de bloktoets worden de verschillende lagen getoetst. Daarom staat bij elke toetsvraag de laag van de ijsberg aangegeven waarop de vraag betrekking heeft. Deze komen ook terug wanneer je na de toets de remediërings- en verrijkingsvoorstellen gaat samenstellen voor elke leerling.

 

 

TIP:

Vanaf het tweede leerjaar kan je op de bloktoets een grijze kader tegenkomen. Deze vragen mogen de leerlingen oplossen volgens hun beheersingsniveau (= de laag waarop ze zich bevinden). Duid de materiaalkeuze aan zodat je steeds weet wie op welke laag heeft gewerkt.

 

In de handleiding werden de toetsdoelen, de begeleidende instructie en puntenverdeling opgenomen. Hierin geven we de richtnormen aan. Die zijn gebaseerd op het beheersingsleren en liggen gemiddeld tussen 75 en 80%.

Tempotoetsen

Naast de bloktoetsen zijn er in totaal 15 tempotoetsen beschikbaar. Deze toetsen de parate kennis en geven jou een beeld of de leerstof geautomatiseerd is.

Tempotoetsen eerste leerjaar

  • Getallenfamilies tot 5, 8 en 10
  • Optellen en aftrekken tot 5, 8 en 10
Tempotoetsen tweede leerjaar

  • Optellen en aftrekken tot 20
  • Tafels (+ omkeertafels) van 2, 5 en 10
  • Vermenigvuldigen met 0 en 1

 

 

We maken een onderscheid tussen de korte en lange tempotoetsen. De lange tempotoetsen werden uitgebracht in drie varianten (A, B en C). Deze kunnen op de volgende manieren ingezet worden:

  • bij sterke leerling als instaptoets om in te schatten waar ze instructieonafhankelijk aan de slag kunnen;
  • als (gedeeltelijke) hertoets na de remediëring;
  • om leerlingen die naast elkaar zitten een verschillende toets te geven;
  • om in parallelklassen een verschillende versie van de toets af te nemen;
  • om jaar na jaar van versie te wisselen.

 

Summatieve toetsen

Naast de bloktoetsen, die de leervorderingen op korte termijn evalueren, biedt IJsbrekers twee optionele summatieve toetsen aan per leerjaar. Deze toetsen zijn niet gekoppeld aan vaste momenten in het schooljaar. Jullie bepalen dus zelf op welk moment jullie de summatieve toetsen afnemen.

 

TIP:

Je kunt de toets voor het einde van een lager leerjaar ook in september afnemen in het volgende leerjaar om de beginsituatie in kaart te brengen.

Hoe gebruik ik Bingel bij het evaluatiemoment?

 

Waar vind ik de toetsen terug?

Van elke bloktoets vind je twee evenwaardige versies in de module toetsen, remediëren en verrijken op Bingel.

 

TIP:

Omdat de toetsen ook als Word-document beschikbaar zijn, kun je de toetsen steeds aanpassen.

 

 

Resultaten invullen

Zodra de toetsen verbeterd zijn, kun je de punten in de module toetsen, remediëren en verrijken ingeven. Je ziet meteen voor welke toetsvraag welke leerlingen de norm halen en welke niet.

 

TIP:

Voor de verbetering houd je best de norm aan die de puntentabel aangeeft. Die wordt trouwens jaarlijks in de differentiatiemodule bijgesteld op basis van de resultaten die door alle scholen werden ingevoerd. Je kunt dus van genormeerde toetsen spreken.

 

 

 

Remediërings- en verrijkingsvoorstellen samenstellen

Met één druk op de knop krijg je voor elke leerling van de klas een differentiatievoorstel op maat:

  • Remediëring op maat bij elke toetsvraag waarvoor een leerling de norm niet heeft gehaald
  • Verrijking voor de toetsitems waarop een leerling wel goed scoorde

Dat voorstel kan je op een eenvoudige manier voor één leerling of voor een groep leerlingen aanpassen.

 

De voorgestelde oefeningen kan je digitaal klaarzetten, met gepaste instructiefilmpjes geïntegreerd in het remediëringsaanbod, of je kunt voor elke leerling een kant-en-klare gepersonaliseerde oefenbundel afdrukken, al dan niet met correctiesleutel. Een combinatie van beide kan natuurlijk ook.