Op welke manier kan ik sterke leerlingen uitdagen bij Reken Maar!?

Waarschijnlijk heb je dit al eens meegemaakt: je ziet dat een leerling razendsnel de lesstof doorloopt en direct klaar is met de opdrachten in het werkboek. Natuurlijk wil je deze leerling verder stimuleren en uitdagen, maar welke materialen kun je daar het beste voor gebruiken? En hoe kun je deze leerling het beste begeleiden?

 

 

Welke materialen bieden we aan?

1 Aanvullend aanbod van Reken Maar! verder

In de aanvullende oefenschriften van Reken Maar! verder voorzien we oefeningen waarmee snelle(re) leerlingen (of leerlingen die niet alle basisoefeningen moeten maken) zelfstandig aan de slag kunnen tijdens de lessen. Zo heb jij als leerkracht je handen vrij om leerlingen te begeleiden die extra instructie of zorg nodig hebben.

 

2 De verrijkingsopdrachten en projecten

Voor de bijzonder rekensterke leerlingen bieden we per blok een aantal verrijkingsbundels en één projectbundel aan. Bovendien is er per leerjaar ook nog minstens 1 STEM-project. Met deze materialen kun je verrijkende taken samenstellen voor de instructieonafhankelijke leerlingen van jouw klas.

Hoe stem ik het aanbod af op de rekensterke leerling?

 

Niet alleen bieden we ondersteuning door het aanbieden van aangepaste materialen, maar we delen ook graag enkele tips en tricks om je lessen specifiek af te stemmen op een rekensterke leerling, of om over te schakelen naar het werken met compacten. Hier ontdek je hoe je dit in de praktijk kunt toepassen.

1 Beoordeel het niveau van de leerlingen

Je kunt de instaples en/of de B-versie van de toets als pretoets gebruiken om het niveau en de beheersing van de leerlingen over de leerstof van het komende blok te beoordelen. Op basis van deze informatie kun je bepalen welke leerlingen extra instructies nodig hebben en welke leerlingen verdiepende opdrachten kunnen aanpakken. 

2 Raadpleeg de toelichting in de handleiding

In de handleiding van de methode vind je na de voorbereidingspagina’s suggesties voor het viersporenbeleid of compacten. Hier lees je hoe je de lessen kunt aanpassen aan de behoeften van jouw rekensterke leerlingen. 

3 Maak gebruik van de extra Bingeloefeningen

Er zijn veel Bingelopdrachten beschikbaar die leerlingen voor of na het evaluatiemoment kunnen maken. Via de modules “differentiëren en oefenen” en “toetsen, remediëren en verrijken” kun je eenvoudig een persoonlijke oefen- en verrijkingsopdracht op maat samenstellen. 

4 Het Bingeleiland aanpassen op maat van de leerling

Sommige leerlingen hebben mogelijk baat bij een aangepast oefeneiland op Bingel. Op hun eiland kunnen ze aangepaste leerstof vinden, zonder dat je als leerkracht dit telkens aan een specifieke taak moet toevoegen. Als leraar kun je dit eiland eenvoudig configureren en aanpassen, waardoor elke leerling toegang heeft tot haalbare en relevante oefeningen.