Het belang van lezen bij jongeren

Waarom is het belangrijk dat jongeren de tijd nemen om een goed boek te lezen?
Een van de belangrijkste redenen is dat leerlingen tot een bepaalde cultuur behoren. Literatuur gidst hen die cultuur binnen, maar biedt hen ook een ruimere kijk op de wereld. Onderzoek van Marloes Schrijvers en anderen toont aan dat de leeslijst van leerlingen een impact heeft op hun houding tegenover sociale situaties. Bovendien krijgen ze een andere blik op talen en wat je allemaal met taal kan doen. Dat is anders dan bij films of tv-series, omdat daar het visuele overheerst. Dat kan dan weer bijdragen tot een hogere kritische geletterdheid, wat wil zeggen dat je met een meer kritische blik kijkt naar alles wat je leest. In deze tijden van fake news is die vaardigheid nog niet zo slecht (lacht).
Word je ook een sterkere lezer door veel te lezen?
Dat klopt! Net zoals bij films, series en andere kunstvormen zorgt literatuur ervoor dat je kritischer gaat nadenken. Schrijver Anne Provoost zei me ooit: “Ik ben duizend mensen, want ik heb duizend boeken gelezen”. Een metafoor, het wil zeggen dat je je in duizend personages hebt ingeleefd en dat je daardoor op een andere manier hebt leren kijken naar de wereld. Hoe breder onze kijk is, hoe minder we op ons spontane buikgevoel afgaan en aan de oppervlakte blijven. Dankzij literatuur ontdek je hoe mensen reageren, je krijgt een bredere kijk op hun daden en gedachten.
Welke rol speelt leesplezier in de motivatie van jongeren om te lezen, en hoe kunnen we dit bevorderen?
Er wordt al meer dan 40 jaar onderzoek gedaan naar leesvaardigheid en leesmotivatie. In 2017 is er een metareview gepubliceerd, waarbij drie Nederlandse onderzoekers keken naar alle eerdere onderzoeken over leesmotivatie. Een van hun conclusies is dat leesmotivatie hand in hand gaat met leesvaardigheid en -begrip. Met andere woorden: als je een betere lezer wil worden, is het handig dat je ook graag leest. Die twee zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Je kan leesplezier bevorderen door leerlingen boeken of teksten te geven die hen op een bepaalde manier raken. Belangrijk hierbij is dat deze boeken hun eigen literaire competenties niet te veel overstijgen. Als je een leerling met minder leeskilometers een boek geeft over een boeiend onderwerp maar met een moeilijk geschreven tekst, dan raakt die gedemotiveerd en haakt af.
Om dit goed aan te pakken kunnen leerkrachten terugvallen op Nederlands onderzoeker Theo Witte, die boekenlijsten in meer dan 400 scholen heeft doorgenomen en op basis daarvan een framework heeft opgesteld. Dat bevat zes niveaus van literaire competentie. Het eerste niveau is het laagste; daar horen boeken in thuis die niet te lang of te moeilijk zijn, met maar een of twee hoofdpersonages, veel actie en niet te veel achtergrondbeschrijvingen. De niveaus gaan verder tot en met niveau zes, met auteurs zoals Harry Mulisch, Ilja Leonard Pfeijffer of Hugo Claus.
Als je als leerkracht zicht hebt op wat je leerlingen lezen en hun competentieniveau kunt bepalen, kan je bij Witte inspiratie opdoen voor andere titels op datzelfde niveau. Interessant is ook hen boeken op een iets niveau hoger aan te bevelen, want je wil natuurlijk dat je leerlingen stapsgewijs vorderingen maken. Dat noemen ze de nabijheidspsychologie: kies een boek dat uitdagend is, maar dat je leerlingen nog net aankunnen. Tip voor de leerkracht: het onderzoek van Witte resulteerde in de website www.lezenvoordelijst.nl.

Wat zijn de huidige trends in het leesgedrag van jongeren, en wat zijn volgens jou de oorzaken hiervan?
Het is moeilijk om hierin te veralgemenen, want door sociale media is de kennismaking van leerlingen met literatuur redelijk individueel geworden. De boeken die tegenwoordig veel aantrek hebben, zijn thrillers, graphic novels en boeken rond onderwerpen die populair zijn op TikTok. Binnen TikTok heb je BookTok, waar jongeren zelf boeken aanbevelen die ze gelezen hebben. Het gegeven dat een leeftijdsgenoot of iemand die ze hip vinden een boek aanraadt en daar enthousiast over vertelt, zorgt ervoor dat jongeren meer geneigd zijn om voor dat boek te kiezen.
Er zijn een aantal kenmerken die ervoor zorgen dat een boek aanslaat. Een ervan is identificatie. Volgens mij identificeren heel wat jonge lezers zich graag met influencers en willen ze ook lezen wat die persoon leest. Anderzijds is er identificatie met het personage, dan wordt de zin om te lezen nog groter. Dat verklaarde, denk ik, het grote succes van Harry Potter: het speelt zich af in een school, de leeftijd evolueert mee met de lezer en ze beleven allerlei avonturen. Ook de niveaus van literaire competentie evolueren naarmate de reeks vordert.
Aan welke criteria moet een boek volgens jou voldoen om jongeren te enthousiasmeren?
Er zijn een aantal criteria, maar die hebben niet noodzakelijk met het boek zelf te maken. Zo is bijvoorbeeld met iemand anders kunnen praten over een boek heel belangrijk. Dat lijkt vreemd omdat een boek lezen een individuele belevenis is, maar we weten uit onderzoek dat lezers samenbrengen om over een boek te praten motiverend werkt. Zelfs als een leerling uit de groep het boek maar niets vond en zegt ‘Van die schrijver lees ik niets meer’, zien we deze attitude veranderen als erover gepraat wordt. In 2013 deden we zelf een experiment met leerlingen in een school, waarbij leesgroepen werden gevormd op basis van wat ze samen hadden gelezen. Uit de bevraging achteraf bleek dat de leerlingen het veel leuker vonden om het boek samen te beleven dan alleen, wat dus niet zo verrassend is.
Nog enkele tips om het leesplezier bij jongeren te verhogen, zijn een bekend persoon inzetten als leesvoorbeeld (identificatie) of in de schoolbibliotheek een sectie voorzien voor BookTok-successen. Ook de website www.iedereenleest.be biedt heel wat nuttige tips en kennis aan.
Een samenwerking tussen de school en een bibliotheek, zoals nu al vaak gebeurt, kan een goed idee zijn: de bibliotheekverantwoordelijke kan boeken aanbevelen en er kunnen voorleesmomenten gehouden worden. 2013 was niet toevallig het Jaar van het Voorlezen: dit heeft namelijk een stimulerend effect, zelfs nog in het secundair onderwijs. Als je wordt meegesleept in een verhaal, ben je natuurlijk nieuwsgierig naar de afloop.

Welke titels zou jij in elke bib in het secundair onderwijs willen zien?
Geen gemakkelijke vraag! Wat je ook kiest, het moeten boeken zijn die enthousiasmeren, een boeiende leeservaring bieden en op het juiste leesniveau voor de lezer staan. Dan rijst de vraag of dit ook boeken uit de canon, zoals van Tom Lanoye, Harry Mulisch en W.F. Hermans, mogen zijn. Mijn antwoord hierop is ja, op voorwaarde dat ze aan de leesvoorwaarden voldoen. Mijn ervaring is echter ook dat je deze werken niet zomaar ‘koud’ mag serveren, maar ze vooraf kadert via activiteiten die leerlingen binnenbrengen in het thema, hen de personages leren kennen en hen doen nadenken.
Ook AI kan daarbij helpen. Eén van mijn studenten werkt momenteel een masterproef af waarbij ze leerlingen het middeleeuwse verhaal van Beatrijs laat lezen . Je zou denken: ‘Welke leerling zit daar nu op te wachten?’, maar door het inzetten van artificiële intelligentie kunnen leerlingen met Beatrijs praten na het lezen van een bepaalde passage. De kwaliteit van de dialogen is indrukwekkend, je hebt echt het gevoel dat Beatrijs tot leven is gekomen. Dat brengt me dan weer bij een van de drijvers van leesmotivatie: interactie zorgt ervoor dat je geneigd bent om verder te lezen.
Een Amerikaanse bibliothecaresse zei ooit: ‘I give my students books they didn’t know they wanted to read’. Dat zegt eigenlijk genoeg: je leerlingen zo kunnen enthousiasmeren dat ze bereid zijn om boeken te lezen waar ze zelf nooit aan gedacht hadden.
Ontdek de Boektoppers 2025-2026
Geïnspireerd door dit interview en klaar om je leerlingen te laten genieten van de magie van lezen? Ontdek dan onze Boektoppers: een uitgebalanceerde selectie boeken, aangepast aan de leeftijd en de leefwereld van je leerlingen. Zo is er voor elk wat wils en krijg jij je leerlingen weer aan het lezen.
